Naar inhoud
Banner met treinen in Antwerpen

Ik zoek vervoer op maat.Ik zoek via type vervoer.Ik vraag hulp via een Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV).

Mobiliteitsbeleid

Hoe vanzelfsprekend is mobiliteit? Hoe evident is de mogelijkheid om te gaan en te staan waar en wanneer je maar wil? Het lijkt de normaalste zaak van de wereld om zonder zorgen een verplaatsing te maken.

Voor velen is dit echter niet zo simpel. Een handicap, ziekte of (tijdelijke) beperking maken een verplaatsing vaak moeilijk. Bovendien krijgen veel ouderen te maken met een mobiliteitsbeperking. Fysieke hindernissen zoals te hoge drempels, een oneffen stoep of bussen die niet voorzien zijn voor rolstoelgebruikers, bemoeilijken de mobiliteit. 

Mobiliteit is een basisrecht: een toegankelijk en aangepast vervoernetwerk is daarom essentieel. Het is een noodzakelijke voorwaarde om op een volwaardige manier te participeren aan het maatschappelijke leven.

 

Rechten van personen met een handicap

In 2006 werd het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap goedgekeurd door de Verenigde Naties (VN). België bekrachtigde dit verdrag in 2009.

Het verdrag benadrukt dat alle mensenrechten ook van toepassing zijn op personen met een handicap. Er mag geen enkele vorm van discriminatie zijn. Daarvoor zijn er maatregelen en aanpassingen nodig die rekening houden met de specifieke behoeften van mensen met een beperking.

Lees meer over het VN-verdrag.

 

Een toegankelijk vervoerssysteem in Vlaanderen en Brussel

Het openbaar vervoer is nog niet volledig aangepast aan de noden van personen met een mobiliteitsbeperking. Aangepast vervoer is daar een antwoord op. Het aanbod deur-tot-deurvervoer is echter zeer divers.

In het verleden was het moeilijk om het overzicht te bewaren op de verschillende initiatieven en aanbieders, met elk een eigen dienstverlening, werkingsgebied en kostprijs. De voorbije jaren werden verschillende stappen gezet om op termijn te evolueren naar een geïntegreerd, gebiedsdekkend en toegankelijk vervoerssysteem.

 

MeerMobiel

In 2012 werd de eerste versie van MeerMobiel gelanceerd door Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits. De website bundelt​ informatie over het aanbod toegankelijk en aangepast vervoer in Vlaanderen en Brussel.

MeerMobiel bevat onder meer een databank waarin gebruikers vervoeraanbieders kunnen opzoeken in hun regio, rekening houdend met eigen specifieke noden. De databank bevat gegevens van mindermobielencentrales, diensten aangepast vervoer, taxibedrijven met toegankelijke voertuigen, verhuur van aangepaste voertuigen (met bestuurder) en ziekenvervoer. Ook informatie over toegankelijk openbaar vervoer is in de databank opgenomen.

Daarnaast vind je er informatie over kortingen en voordelen waarop personen met een beperking recht hebben, en een overzicht van veel voorkomende vragen (FAQ). Nieuwsberichten en actualiteit vervolledigen de website.

Verder brengt MeerMobiel evoluties van toegankelijkheid en mobiliteit in kaart en worden er meetindicatoren ontwikkeld om de toegankelijkheid van het bestaande vervoer na te gaan. Deze gegevens worden vervolgens gebundeld in de jaarlijkse MeerMobiel Monitor, een instrument dat wordt gebruikt om het beleid te wijzen op knelpunten, opportuniteiten en noden. Op die manier levert Inter een bijdrage om het aangepast mobiliteitsaanbod te verbeteren.

 

Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV)

Naast de uitbouw van MeerMobiel werd in 2013 een proefproject opgezet om het aangepaste vervoersaanbod beter op elkaar af te stemmen: de Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer. De MAV's beogen een optimale inzet van alle vervoertypes, maar ook een meer gerichte doorverwijzing van de vervoersvraag aan de meest geschikte aanbieder. Ondertussen is er in elke provincie een MAV actief.

Lees meer over de MAV's.

 

Openbaar Aangepast Vervoer en het Compensatiedecreet

Het openbaar aangepast vervoer aan een sociaal tarief is een openbare dienst, aanvullend aan het reguliere openbaar vervoer. Deze dienstverlening richt zich op mensen die geen gebruik kunnen maken van eigen vervoer of openbaar vervoer.

In 2012 werd in een decreet vastgelegd dat zowel niet-commerciële als commerciële vervoerders van aangepast vervoer gecompenseerd kunnen worden, op voorwaarde dat ze het vervoer verrichten tegen vastgelegde maximumtarieven. De Vlaamse Regering keurde dit 'Compensatiedecreet' goed in 2013. Daarna werden Vlaanderen en Brussel verdeeld in 27 vervoersgebieden, waar telkens één vervoerdienst erkend wordt die aangepast vervoer aanbiedt als openbare dienst.

Lees meer over het openbaar aangepast vervoer en het compensatiedecreet.

 

Mobiliteitscongres 'Iedereen op weg'

In 2014 organiseerde het voormalige Enter vzw (nu Inter) een mobiliteitscongres. Er werd een beeld geschetst van de situatie in Vlaanderen op vlak van toegankelijk en aangepast vervoer, en mogelijke pistes voor de toekomst werden aangegeven. Sprekers uit binnen- en buitenland lieten in hun presentaties vanuit verschillende invalshoeken hun licht op deze materie schijnen.

De brochure 'Iedereen op weg' - Op naar een toegankelijk vervoerssysteem in Vlaanderen (PDF, 2.8 MB) geeft een overzicht van de resultaten, de thema's die aan bod kwamen en de bijdragen van de sprekers.

 

Basisbereikbaarheid

Het Vlaamse mobiliteitsbeleid wordt ingrijpend hertekend. De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 het nieuwe decreet Basisbereikbaarheid principieel goed. Basisbereikbaarheid staat voor het bereikbaar maken van belangrijke maatschappelijke functies op basis van een efficiënt en vraaggericht systeem en met een optimale inzet van vervoers- en financiële middelen.

Centraal staat de term 'combimobiliteit'. Dit is de omschrijving van het multimodaal reisgedrag, waarbij reizigers voor hun verplaatsingen verschillende vervoersmiddelen combineren. De beschikbaarheid van verschillende vervoersmodi en goed uitgeruste knooppunten maken het mogelijk vlot te schakelen tussen verschillende vervoersmiddelen. Hiertoe worden de verschillende vervoersmiddelen maximaal op elkaar afgestemd. 

Om dit allemaal op het terrein mogelijk te maken, krijgen de lokale besturen een grote rol. Gemeenten worden uitgenodigd om samen met de gewestelijke instanties (Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken) de mobiliteitsuitdagingen voor hun regio aan te pakken.

Lees meer over basisbereikbaarheid.